Ken je dat?
Dat je dénkt met iemand op één lijn te zitten omdat die precies hetzelfde zegt als jij, en dat je er later achter komt dat die iets totáál anders voor ogen had? En dat je je dan eigenlijk bekocht voelt?
Zoiets overkwam Piet Mondriaan.
Zijn vriend en collega Theo van Doesburg was in 1917 bezig met de voorbereidingen van een nieuw tijdschrift, De Stijl en wilde in contact komen met ene Gino Severini, een Italiaanse schilder die al vanaf 1906 in Parijs woonde en werkte. Iemand met een groot netwerk. Misschien kon die hen wel in contact brengen met Picasso, suggereerde Mondriaan.
Severini was de Parijse vertegenwoordiger van het futurisme. Voor futuristen was het moderne leven één groot, fantastisch, spectaculair spanningsveld van materie en energie. Ze beeldden ‘beweging’ uit, snelheid, dynamiek, want die waren hét kenmerk van de moderne tijd.
Parijs was ver weg, en Frankrijk was in oorlog. In die tijd had je nog geen Google Afbeeldingen waar je elkaars werk makkelijk kon opzoeken. Pas wanneer je bij elkaar over de vloer kwam, in elkaars atelier, of werk zag op een tentoonstelling of in een catalogus, wist je wat die andere kunstenaar eigenlijk maakte. Je kon een buitenlandse collega wel schrijven. brieven , of artikelen.
Theo Van Doesburg vroeg Severini per brief of hij een bijdrage wilde leveren aan de eerste jaargang Van De Stijl. En zo verscheen er een artikel van Severini in 1917, in 6 afleveringen. De ideeën die Severini daarin uiteenzette en presenteerde als representatief voor wat er in de Parijse kunstwereld leefde, waren voor de kunstenaars van De Stijl lange tijd de enige bron van informatie over de ontwikkelingen in Parijs.
Wie het gedachtengoed van De Stijl vergelijkt met dat van Severini ontdekt inderdaad een aantal belangrijke overeenkomsten. Zo zagen ze dezelfde taak voor de moderne schilderkunst: het verbeelden van Het Universele in de werkelijkheid. Dat wat ten grondslag ligt aan alles en iedereen. Wat ons en de dingen om ons heen, ten diepste verbindt. Deep down is er zoiets als een universele waarheid, een universele eenheid in alle verschijnselen.
Mondriaan maakte een ontwikkeling door van figuratief naar abstract. Hier schildert hij rond 1910 nog een herkenbare boom, maar hij komt uiteindelijk uit op rechte lijnen en primaire kleuren. Een ontwikkeling waarvan hij dacht: ‘evolutionair kan het niet anders!’ En hij schreef aan Van Doesburg ‘elk van ons moet maar voor zijn ideeën opkomen, als allen zuiver en diep zijn, gaan we vanzelf één weg.’
Daar sprak een groot vertrouwen uit.
Maar Severini ontwikkelde zich precies in omgekeerde richting: van abstract naar figuratief.
Beeldde hij rond 1910 vooral de dynamiek van het dansen uit, abstract en met invloeden van het kubisme en pointillisme, de ervaringen van de oorlog benamen hem de loftrompet op de moderne tijd. In 1915 schildert hij een trein met oorlogsslachtoffers, te zien aan de vlag van het Rode Kruis.
Een jaar later is er de totale omslag. In 1916, maakt Severini een modern classicistisch werk. Een vrouw met een gebakerd kind op de arm, aan de borst. Hij noemde het werk ‘Moederschap’.
Op het schilderij zien we een weergave van zijn vrouw met hun zoontje. Maar beiden zijn ontdaan van hun individuele kenmerken. Het is een verstild werk geworden. Modern-classisistisch. Het doet denken aan de klassieke Madonna’s uit de Renaissancetijd, aan een hele traditie van afbeeldingen van Maria met haar kind Jezus op de arm. Op het moment van schilderen, was hun zoontje al overleden.
Ongeacht de verschijningsvorm, de theorie bleef hetzelfde: het universele zit in wat leeft, net zo goed als in wat niet, of niet meer leeft. Hij keerde juist daarom terug naar een herkenbare voorstelling. En om er de universele eigenschappen van te onthullen, schilderde hij hen ontdaan van individuele kenmerken. Abstracte kunst was voor hem teveel losgezongen van de werkelijkheid, teveel afhankelijk van de maker.
Pas in 1920 bezocht Mondriaan samen met Van Doesburg het atelier van Severini in Parijs. Daar ging het mis. Mondriaan schold Severini uit voor schoolmeester. Severini’s kunsttheorie klopte van geen kanten. Wat een afknapper!
Sinds ik ooit, toen ik ergens in de 20 was, voor mijn studie dook in de correspondentie tussen de kunstenaars rond De Stijl en Severini, is voor mij dat zoeken naar het universele achter de verschijnselen, een fascinerend thema gebleven. Een rode draad.
Het heeft me heel veel meer nieuwsgierigheid gebracht. Naar wie anders is en toch, ten diepste, veel minder van mij verschilt dan ik op het eerste gezicht waarneem. Wij mensen zijn allemaal onderdeel-van de-menselijke-soort, onderdeel van de natuur, van het universum. Samengesteld. En we hebben zoveel gemeenschappelijk!
Jij die dit hoort en ik die wat zeg, -onze levens zijn misschien anders en we maken andere keuzes, maar we kennen allemaal het universele verlangen naar geluk, liefde en gezondheid. Naar eenheid en verbinding. We kennen allemaal teleurstelling, pijn en verdriet.
Wat mensen van elkaar scheidt is het psychologische verschijnsel dat we verwachtingen koesteren, zoals Mondriaan en Van Doesburg, en als die verwachtingen dan niet uitkomen, óns beeld niet blijkt te kloppen, boos worden. Niet op onszelf omdat we de verkeerde verwachtingen hadden, maar op die ander. Kun je het je voorstellen? We nemen het de ánder kwalijk dat die niet aan ónze verwachtingen voldoet! Hahaha!
En dat zie je overal in de samenleving terug.
Daar in dat atelier van Severini, begreep Mondriaan dat zijn verwachting dat de beeldende kunst evolutionair zou verlopen mogelijk niet uit zou komen. Zijn aandacht die aanvankelijk meer open en nieuwsgierig was, vernauwde naar een aandacht die voortdurend onderscheid ging maken: wie hoort wél bij ons, bij mij en wie niet!
Dat is ook nu zo herkenbaar!
Maar ook zo vernauwend, beperkt. Alleen nog maar willen verkeren onder ons-soort-mensen, want die zijn leuk, of goed bezig. Het genereert een aandacht die opzoekt en afvinkt: die wel, die niet.
Tijdens mijn trainingen zeg ik het vaak zo: aandacht is niet een kwestie van opzoeken en afvinken, maar de kunst van het aantreffen. Met open aandacht tegemoet treden wat op je pad komt. Je laten verrassen. En het oordeel wat je zonder meer hebt, en dat er vaak al is voor je er erg in hebt, gewoon even laten voor wat het is. Niet meer dan een oordeel.








Foto’s (van boven naar onder)
- Foto P. Mondriaan:
Mondriaan, gepubliceerd in De Stijl 1922 - Foto G. Severini (1913):
Severini-archief Rome - P. Mondriaan, De rode boom (1908):
Haags Gemeentemuseum - P. Mondriaan, compositie in rood, geel, blauw en zwart (1921):
Haags Gemeentemuseum - G. Severini, Danseuse + Mer = Bouquet de Fleurs (1914):
Karlsruhe, Staatliche Kunsthalle - G. Severini , Le train de la Croix Rouge (1915):
Guggenheim Museum, New York - G. Severini, Maternità (1916):
Museo di Cortona - Luca della Robbia (1400-1482):
Florence